IRAN PROJECT

Mijn naam is Nanda en ik ben fotograaf. Mijn beste vriendin heet Shirin. Haar vader komt uit Iran, heeft hier een Nederlandse vrouw leren kennen en hier in Nederland werd mijn vriendin dus ook geboren. Mijn hele jeugd bracht ik door bij Shirin en haar vader Ali. Hij was een politieke vluchteling die Iran is ontvlucht toen hij 26 jaar oud was, in 1985. We spraken nooit over zijn verleden maar ik herinner me dat ik toen als kind en later tiener, al zoveel vragen had. Nu 15 jaar later, is er een revolutie gaande in Iran. Ik besloot Ali die nu in Portugal woont, op te bellen. Ik wilde weten of hij ervoor open stond om zijn verhaal aan mij te vertellen. Dat wilde hij. Hij vertelde hoe hij door de politie op straat in elkaar werd geslagen omdat hij tegen het regime was. Hoe hij een jaar lang ondergedoken heeft gezeten voordat hij daadwerkelijk het land uit kon. Hij huilde en ik huilde met hem mee. Ik begon andere Iraniërs ook vragen te stellen. Het was veel en de verhalen waren intens. Ik besloot mijn vriendin Esther, die journalist is, te vragen om mij te helpen. Samen hebben we tientallen gesprekken gevoerd met Iraniërs die gevlucht zijn uit hun eigen land. Sommigen zijn pas net in Nederland, anderen noemen Nederland al langer hun thuis. Alle verhalen gaan over mensenrechten, over vrijheid, over onrecht. Over in een land wonen ver van huis. Over het verzetten tegen een regime omdat je niet anders kán. Ook al is het offer dat je moet brengen groter dan een mensenhart aan kan: het verlaten van je geliefden.

زن  زندگی  آزادی

Women, life, freedom.
Productie & Fotografie: Nanda Hagenaars
Journaliste: Esther Felicia Siewert

Reza had een goed leven in Iran. Hij werkt er bij defensie en verdient een goed salaris, is getrouwd met een lieve vrouw en heeft drie kinderen, twee jongetjes en een meisje. Maar eens met het politieke regime is hij het niet. Reza groeit op in een gezin van zes jongens en één meisje. Zijn ouders zijn vrije moslims en Reza is dan ook niet gelovig. Hij is niet de enige in het gezin die wil strijden tegen het regime van het land. Al zijn broers protesteren en gaan in het verzet. Dat kost drie van hen het leven, hun vrijheid en hun toekomst. Reza en twee andere broers weten via verschrikkelijke omwegen het land te verlaten. Reza woont nu alleen in Den Haag. Er kwamen wel eens wat vriendinnen voorbij, maar het trauma is te groot. Hij slaapt slecht en heeft hartproblemen. Eigenlijk moet hij binnenkort aan zijn hart geopereerd worden maar zijn dochter kan elk moment toestemming krijgen om naar Nederland te komen. De artsen hebben hem verteld dat er een kans bestaat dat hij de hartoperatie niet overleeft. Daarom wil hij de operatie uitstellen, want hij heeft maar één wens: zijn dochter zien.

Atefeh groeit samen met haar zus op bij haar strenge ouders in Iran. Als Atefeh als tiener verliefd wordt op iemand en daar ook intiem mee is, komen haar moeder en haar zus erachter. Haar vader mag het nooit te weten komen, zeggen zij. Haar moeder vertelt haar dat hij haar dan zal vermoorden, omdat ze nog niet getrouwd is. Thuis wordt er nooit over de liefde en seksualiteit gesproken. Atefeh voelt zich onderdrukt als vrouw. Ze trouwt uiteindelijk onder druk met haar jeugdliefde maar scheidt een aantal jaar later ook weer van hem. “Het was liefde, maar we waren nog zo jong”. Haar scheiding betekent een ramp voor haar imago. Haar familie schaamt zich ervoor en Atefeh wordt door iedereen met de nek aangekeken. De zus van Atefeh heeft ook moeilijkheden met haar identiteit en krijgt verkeerde contacten. Atefeh’s zus wordt op een dag dood in een steeg gevonden. Vermoord. Dit breekt de hele familie op. Atefeh heeft niemand meer en besluit Iran te verlaten en in Parijs te gaan studeren. Daar leert zij een Nederlander kennen die haar meeneemt naar Nederland en met wie ze twee kinderen krijgt. Door al het trauma loopt  ook dit huwelijk stuk. Atefeh woont op het moment met haar dochters in Naarden, werkt bij een bank en is single. Ze werkt aan de verwerking van al haar trauma’s en pijn. Ondertussen zet ze zich in voor alle demonstraties voor vrouwenrechten in Iran.

Shady wordt geboren in Noordoost-Iran. Ze is pas één jaar als haar ouders met haar vluchten naar Nederland. Geboren dus in Iran, maar getogen in Nederland. De oom van Shady is een politieke vluchteling die na de revolutie erg actief is. Met een groep vrienden wordt hij opgepakt waarvan een aantal mannen de doodstraf krijgt. Hij niet, maar ondergaat wel een fikse gevangenisstraf. Na zijn verlating vlucht hij met zijn vrouw en baby naar Zweden. Hun kindje overleeft de vlucht niet. Vermoedelijk stikt ze doordat haar ouders haar zo stevig vasthouden om haar stil te houden. Doodsbang om gevonden te worden. Via Zweden komt de familie, inclusief haar oom en vrouw, naar Nederland waar ze asiel aanvragen.

“Als ik meer wil weten over ons verleden en over waar ik vandaan kom zie ik iets gebeuren bij mijn ouders. Of nee, ik vóel het gebeuren. Ik voel stille pijn en stress. Daarom begin ik er maar liever niet over. Dat is veiliger. Het is te pijnlijk om het er wel over te hebben.”

Feresteh groeit op in een warm gezin met drie zussen en drie broers. Ze is een goede student en wil graag rechten studeren. Van het regime mag dat niet. Ze krijgt een studie tot verpleegster toegewezen. Als ze tijdens haar opleiding een gewonde jongen uit het verzet verpleegt, is Feresteh niet meer veilig. De jongen verraadt haar, nadat hij twee maanden gemarteld is, en er is maar één oplossing voor Feresteh: vluchten. Diezelfde nacht gaat Feresteh, die dan pas 17 jaar is, met behulp van het verzet naar Irak. Ze staat er alleen voor en laat haar warme gezin achter. Tijdens haar periode in Irak wordt ze verliefd op een Iraanse man. Ze werkt er als assistent van een chirurg. Irak is in oorlog met Amerika, en Feresteh ziet honderden leeftijdsgenoten sterven, door chemische aanvallen of door bombardementen. Feresteh raakt zwanger maar haar bevalling is één groot trauma. Zonder medicatie, water en eten, bevalt ze na drie dagen van een zoon. Het is 1991 als ze met haar man en haar baby van zes maanden besluit te vluchten. Met een groep van 70 man vertrekken ze met een smokkelaar naar Turkije. Omdat haar baby huilt vlakbij de grens, moeten ze allemaal rennen. Zes uur lang, totdat ze Turkije bereiken. Na een periode in Turkije belanden ze in Nederland. De VN erkent hen als politieke vluchteling en ze krijgen een huis in Eindhoven toegewezen. Feresteh werkt hard. Na een jaar kan ze al Nederlands, werkt ze in de kinderopvang en doet ze maatschappelijk werk. Continu werken, álles om maar geen pijn te voelen. Als ze geniet van een kop thee voelt ze zich schuldig. Zij in het luxe Europa, haar landgenoten nog in strijd. Vijf jaar geleden scheidt ze van haar man en richt een stichting op om mensen met een oorlogstrauma te helpen. Dat mensen nu massaal de straat op gaan voor Iran, maakt haar warm van binnen. Er komt verandering aan, dat weet ze zeker.

Het is 2009. Alireza is 16 jaar als hij aan het werk is in een schoenenwinkel in de grote bazaar van Teheran, als een grote demonstratie plaatsvindt. Hij besluit mee te lopen en ziet met eigen ogen hoe mensen worden neergeschoten door de politie. Alireza besluit een anonieme blog te beginnen om zijn gedachten over het regime te delen en zijn emoties te verwerken. Ook schrijft hij poëzie over de islam en het regime. Ondanks dat het anoniem is, weet de politie hem te vinden en wordt hij meerdere malen gearresteerd, waarna ze hem geblinddoekt meenemen. Twee weken lang wordt hij ondervraagd terwijl zijn ouders niet weten waar hij is.  Hij besluit te vluchten en belandt via Turkije in Nederland. Alireza werkt nu als maatschappelijk werker en organiseert demonstraties in Nederland. Hij is vaak gespannen en leeft onder grote stress. Alireza heeft nachtmerries en slaapt amper. Zijn gedachten zijn continu bij het verleden, zijn familie, zijn vlucht en zijn landgenoten die nog steeds in angst leven.